10 jaar iPhone: herinneringen ophalen met het oude team

Deze week viert de iPhone zijn tiende verjaardag. Op 29 juni 2007 begon de verkoop van Apple’s smartphone bij de Amerikaanse provider AT&T. Steve Jobs had de smartphone op 9 januari 2007 onthuld en gaf de presentatie van zijn leven.

Een apparaat als de iPhone is echter niet zomaar gemaakt. Het team dat de eerste iPhone ontwikkelde, haalt in een gesprek met The Wall Street Journal herinneringen op en vertelt details die je nog niet eerder hoorde.

Ontstaan als iPod Phone

In een interview met The Wall Street Journal vertelt Scott Forstall, destijds hoofd van iOS-software, dat de iPhone geboren werd als iPod Phone. De iPod ging rond 2005 als warme broodjes over de toonbank. Het was een enorm succes en goed voor 50% van Apple’s omzet. Toch keek Apple ook vooruit naar wat de grooste bedreiging voor de iPod. De smartphone die ook mp3’s kan spelen was de grootste zorg. Dus ging Apple aan de slag met het maken van een “iPod Phone”.

Die iPod Phone bleek echter een slecht idee, vertelt Forstall: “Eerst probeerden we van de iPod een telefoon te maken. Het bekende klikwiel was vooral geschikt om dingen uit lijstjes te selecteren en dat was goed genoeg voor de iPod. Maar een telefoonnummer of naam intypen was haast onmogelijk. We hebben 30 ideeën geprobeerd, maar het bleef op een ouderwetse draaischijf lijken. Dat ging echt niet werken.”

Tablet-project als basis

Apple was rond 2005 ook met een tablet-project met multitouch bezig. Dat werd uiteindelijk de basis voor de iPhone. Tony Fadell, die destijds het iP0d-team leidde, herinnert zich de eerste keer dat hij het zag. “Steve Jobs zei tijdens de lunch dat hij me wat wilde laten zien. Ik was wel benieuwd en kreeg een soort tafeltennistafel te zien met daarop OS X geprojecteerd. Je kon het scherm met één hand of meerdere handen bedienen. Jobs was ervan overtuigd dat dit de juiste oplossing was”, aldus Fadell.

Project zat vast in 2005

Hoewel de iPhone in 2007 onthuld zou worden, zat het project eind 2005 volledig vast. Het team van Scott Forstall kwam niet heel veel verder met de interface. De oud-manager herinnert zich dat Steve Jobs de zweep hanteerde: “Steve zei dat we nog twee weken kregen om met iets goeds te komen, anders zou hij een ander team op het project zetten.”

Dat liet Forstall zich geen tweede keer zeggen: “Ik denk dat we toen twee weken lang zeker 160 uur per week gewerkt hebben. Ik regelde hotelkamers voor mijn engineers zodat ze minder reistijd hadden. Na die twee weken hadden we het eindelijk! Steve was sprakeloos. Als beloning mochten we ons nog een jaar lang een slag in de rondte werken.”

Toetsenbord was groot probleem

Toen de meeste software afgerond was, bleef één probleem over, vertelt Scott Forstall: “Het virtuele toetsenbord van de iPhone moest minstens zo goed zijn als dat van de BlackBerry. Mensen zouden alleen overtuigd zijn van toetsen op een touch screen als je er snel en goed op kon typen, maar dat lukte niet.”

De software-manager nam toen een drastisch besluit en vertelde zijn hele team om te stoppen met hun huidige project en een toetsenbord te maken. Iedere UI-developer moest met een eigen idee komen en één idee sprong eruit. “Mensen hadden de gekste concepten gemaakt. Ik zag een toetsenbord waar je de letters bij elkaar moest vegen, maar één toetsenbord werkte erg goed. Het waren gewone toetsen op het scherm, maar met een voorspellende techniek die het raakvlak van toetsen groter maakte.

Het toetsenbord van de iPhone werkt anno 2017 nog steeds zo. “Als je een T typte, werd het raakvlak vak de H groter, omdat “The” een mogelijk woord was. Tikte je daarna de H aan, dan werd het raakvlak van de E nog groter,” vertelt Forstall.

Langs elkaar heen werken

De iPhone werd in het diepste geheim gemaakt en teams waren niet van alle details op de hoogte. “Software-teams hadden geen idee hoe de hardware eruit zal zien en hoe goed het scherm zou zijn”, vertelt Greg Christie, die over de interface ging. Ook voor Tony Fadell was dat een probleem: “Toen het hele project afgerond was en we elkaar prototypes zagen, moesten we nóg een prototype maken, maar dan met alle inzichten de we los van elkaar op hadden gedaan gecombineerd.”

Steve Jobs presenteerde de iPhone in januari van 2007, maar toen was de software nog lang niet klaar. “Het werkte alleen als je de stappen heel specifiek na elkaar uitvoerde. Deed je het in een andere volgorde, dan crashte het apparaat. Ik was in de coulissen peentjes aan het zweten, maar het kwam helemaal goed”, sluit Tony Fadell af. De rest is geschiedenis.

Onderwerpen

• ios
• iPhone