Waarom een Android-smartphone meer RAM nodig heeft dan een iPhone
Android-telefoons zoals de Pixel 6 Pro en de galaxy S22 Ultra hebben 16 GB RAM-geheugen of meer. De iPhone 13 Pro heeft daarentegen 6 GB RAM en de niet-Pro-versies redden zich op slechts 4 GB. Toch weten iOS-apparaten nog altijd even goed te presteren als hun Android-tegenhangers. Hoe kan dat eigenlijk?
RAM staat voor random-access memory. Er zijn meerdere soorten RAM, maar het soort dat in smartphones wordt gebruikt, SDRAM, is vluchtig. In tegenstelling tot het flashgeheugen van je smartphone, waar informatie langdurig wordt opgeslagen, kan RAM alleen informatie bewaren terwijl het apparaat is ingeschakeld. Het is in wezen het werkgeheugen van je Android- of iOS-smartphone en bevat informatie die je telefoon actief gebruikt. Hoe meer RAM je smartphone heeft, hoe meer data hij in het werkgeheugen kan bewaren.
Waarom heeft Android meer RAM nodig dan iOS?
Er is geen definitieve reden voor het verschil in GB’s tussen Android en iOS, maar er zijn wel verschillende factoren die een rol spelen. Ten eerste komen er slechts een paar nieuwe iPhones en iPads per jaar uit die allemaal draaien op vergelijkbare hardware. Omdat iOS-apps op identieke chipsets draaien, kunnen ze speciaal voor die chipsets worden gebouwd met behulp van programmeertalen (met name Swift en Objective-C). Codes geschreven voor iOS-apps worden rechtstreeks gecompileerd in instructies die de CPU’s van Apple meteen begrijpen.
Aan de andere kant stuurt Android een vrijwel onbeperkt aantal verschillende apparaten aan, met chipsets gebouwd door onder andere Qualcomm, Samsung en MediaTek. Al die verschillende chipsets moeten natuurlijk dezelfde apps kunnen uitvoeren. Omdat het onmogelijk zou zijn om voor elke chipset een eigen programmeertaal uit te schrijven, worden Android-apps geschreven in programmeertalen (Kotlin en Java) die vertaald worden in een soort gemeenschappelijke taal. Deze gemeenschappelijke taal wordt ‘de bytecode’ genoemd.
De bytecode wordt vervolgens omgezet in de taal die hoort bij een specifieke chipset. Een bytecode moet dus eerst vertaald worden voordat een Android-smartphone de instructies kan uitvoeren. Dat proces neemt extra energie in beslag dan bij een iOS-apparaat die de gemeenschappelijke code meteen begrijpt. Dat betekent dat dezelfde app op een Android-apparaat meestal meer RAM-geheugen nodig heeft dan op een iOS-exemplaar.
Het verwijderen van overbodige data
Elk besturingssysteem beheert RAM anders. Android maakt gebruik van een methode voor geheugenbeheer die garbage collection wordt genoemd. Dit proces verwijdert data die niet meer wordt gebruikt en start deze opnieuw op, waardoor het RAM-geheugen weer vrijkomt. iOS maakt daarentegen gebruik van ‘automatic reference counting (ARC)’. Deze methode geeft data een bepaalde waarde op basis van het aantal andere objecten waarnaar wordt verwezen. Als de waarde zakt naar nul, dan verwijdert de smartphone deze data onmiddellijk.
Omdat garbage collection van Android ongebruikte opslag verwijdert, kan de methode zorgen voor een opeenhoping van nutteloze RAM-geheugen. ARC heeft dit probleem daarentegen niet: onnodige objecten worden sneller opgemerkt en meteen verwijderd. Android is bovendien minder beperkend voor apps die processen op de achtergrond uitvoeren dan iOS. Dat betekent dat apps die je niet actief gebruikt makkelijker op Android-telefoons blijven rondhangen dan op iPhones. De flexibiliteit van Android is een van de sterke punten van het platform, maar dat betekent ook dat RAM minder efficiënt kan worden ingezet.
Is extra RAM bij een Android-smartphone nou echt zo slecht?
Uiteindelijk hebben Android en iOS verschillende RAM-behoeften omdat beide besturingssystemen heel anders werken. Hoewel Android meer RAM nodig heeft, is het extra geheugen niet bij voorbaat een slechte zaak. Het lukt fabrikanten immers nog steeds om modellen op de markt te brengen die net zo goed zijn als vergelijkbare iPhones.
Goedkope smartphone nodig? Deze 5 Samsung-toestellen zijn de shit!