Call of Duty: Vanguard: veilig nieuw deel in de Tweede Wereldoorlog
Met Call of Duty: Vanguard keert ontwikkelaar Sledgehammer Games terug aan het roer. De laatste keer dat zij een game uitbrachten, was Call of Duty: WWII. Dat was alweer in 2017. Het was de eerste game die werkte met het boots on the ground-principe. Het was een verademing na alle futuristische games. En daarna kwam er twee Black Ops-games en de reboot van Modern Warfare.
Na al die moderne games, is het fijn dat je met Call of Duty: Vanguard na een paar jaar weer een shooter krijgt die zich afspeelt in de Tweede Wereldoorlog. De game maakt gebruik van het bekende trio-principe. Zo kun je in de game aan de slag met een singleplayer-verhaal, een multiplayer-ervaring en een Zombie-modus. Ik ben er een tijdje mee aan de slag gegaan en dit zijn de punten die me zijn opgevallen.
Call of Duty: Vanguard Review
Tweede Wereldoorlog als setting is verademing
Ik denk dat de Call of Duty-reeks het beste tot zijn recht komt in de moderne setting. Modern Warfare en Black Ops deden dat en waren echt fijne games. Call of Duty: Vanguard neemt je mee naar de Tweede Wereldoorlog. Toch vond ik die verandering een verademing. Ik moest afstappen van bepaalde automatismes, waar ik gewend aan was geraakt. De wapens voelen echt anders aan, de accessoires die je hebt zijn even wennen en ook de vijanden waar je tegen vecht hebben een andere stijl. Het klinkt misschien een beetje raar, maar hierdoor voelt het echt aan als een nieuw deel, eentje die het behoorlijk anders doet.
Singleplayer-avontuur is aardig
Het singleplayer-avontuur van Call of Duty: Vanguard laat veel van die verschillen zien. Ja, het is nog altijd een Call of Duty-game, waar je diverse momenten hebt die indrukwekkend overkomen, maar tegelijkertijd voelt het ook heel anders aan. In de eerste missie ben je met een team van soldaten uit verschillende landen bezig met een gevaarlijke opdracht. Het begint op een rijdende trein met een mix tussen stealth en flinke actie. En na die missie krijg je verschillende flashbacks, waar je kennismaakt met de diverse personages. Door deze opzet kom je op veel verschillende plekken en speel je de game op diverse manieren. De ene keer val je een bunker aan om zo de invasie tijdens D-Day makkelijker te laten verlopen, terwijl je de keer daarop als sniper sneaky aan het werk moet gaan.
Multiplayer is iets minder chaotisch in Call of Duty: Vanguard
De singleplayer in Call of Duty: Vanguard is de moeite waard en verdient je aandacht. Toch is het de multiplayer waar je echt je uren in gaat maken. Waar ik de game in de beta echt matig vond en de verbinding niet goed was, daar loopt het nu als een zonnetje. Alles gaat goed en zodoende heb je alle tijd om lekker te knallen. Net als de voorgaande games maakt de game gebruik van Crossplay. Op die manier is het dus mogelijk om op je PlayStation 5 te spelen met een vriend die op de Xbox losgaat.
Maar wat ik vooral fijn vind aan de game, is dat het allemaal iets minder chaotisch is. Call of Duty: Vanguard maakt gebruik van traditionele killstreaks in plaats van scorestreaks. Zodoende moet je echt een paar kills maken voordat je een speciale actie in kan zetten. Ik heb gemerkt dat het daardoor qua spam van killstreaks echt een stuk minder is en je zodoende lekker iets meer kunt gaan knallen. Dit kun je als je een hoog level bent overigens alsnog doen met een Field Upgrade, maar dat terzijde. Daarnaast zijn er echt veel verschillende modi en maps. De ontwikkelaar heeft ervoor gekozen om bij de release gelijk veel vrij te geven. Dat is fijn, maar daardoor duurt het ook wel even voordat je maps goed kent en begrijpt waar vijanden beginnen en waar ze kunnen spawnen.
Verder is het herkenbaar. Je gaat in levels omhoog om nieuwe wapens, perks en andere dingen vrij te spelen. En door een wapen veel te gebruiken, kun je daarmee attachments vrijspelen, die je dan weer gebruikt, waardoor je bepaalde voordelen hebt.
Maar wel even wennen
Ondanks dat ik echt lol heb met Call of Duty: Vanguard, is het ook echt wel een game die iets meer gewenning nodig heeft. Waar ik bij de laatste twee games gelijk mijn draai had gevonden en ik heel wat mooie acties uithaalde, is dat nu iets lastiger. Voor een groot gedeelte komt dat door wapens en mogelijkheden die echt even anders zijn, waardoor je moet begrijpen wat voor jou wel en niet werkt. Daardoor is de instapdrempel wel iets hoger dan de voorgaande games en heb ik net iets meer tijd nodig gehad om er echt goed in te zitten.
Zombies
Tot slot kun je nog losgaan met de Zombie-modus in Call of Duty: Vanguard. Ik ben er nooit echt een fan van, maar het werkt allemaal naar behoren. Wel is het jammer dat de mogelijkheid om upgrades permanent te houden, iets dat in de laatste Black Ops werd geïntroduceerd, nu ontbreekt. Daardoor heb je minder de drang om het nog een keer te proberen in de hoop iets verder te komen en een upgrade te scoren.
Call of Duty: Vanguard is nu beschikbaar en onder andere hier te scoren. Wil je meer lezen over gaming? Bezoek dan hier onze overzichtspagina.