iPhone SE (2022) Review: slim of misschien iets te makkelijk?
Er is niet heel veel mis met jezelf het er makkelijk vanaf te brengen. De iPhone SE (2022) is een ontzettend slimme manier van Apple om niet alleen consumenten kennis te laten maken met de toestellen, maar ook om nog meer uit het bekende ontwerp te halen. Maar bestaat er ook zoiets als te makkelijk?
In de afgelopen paar dagen heb ik de iPhone SE (2022) uitgebreid kunnen testen. Ik verving mijn iPhone 13 Pro voor het model dat Apple vorige week aankondigde en ging aan de slag. Mijn bevindingen lees je in deze review.
Waarom de iPhone SE (2022)?
Een ouder model iPhone met specificaties van de huidige top: het idee van de iPhone SE (2022) is alles behalve nieuw. In 2016 ging Apple er voor het eerst mee aan de haal. Het Amerikaanse bedrijf pakte met de Special Edition (SE) het ontwerp van de iPhone 5S en voorzag deze van specificaties van de iPhone 6s. Een concept dat voor dusdanig veel succes zorgde, dat het bedrijf in 2020 nog een poging waagde. Dit keer met het ontwerp van de iPhone 8 en de interne specificaties van een iPhone 11.
Ondanks het verouderde ontwerp was ik groot fan van de smartphone. De doelgroep liep destijds al vier jaar rond met een eerste SE en iOS werd in deze vorm eindelijk toegankelijk gemaakt. Het toestel was krachtig genoeg voor dagelijkse taken en de A13 Bionic-chip gaf de accuduur en het camerasysteem de nodig upgrades. Wederom een succesverhaal uit Cupertino, dus.
We wisten destijds echter niet dat er achter de schermen gewerkt werd aan een mini-variant van de iPhone 12. Net zo compact als een SE, maar dan wel met een zelfde ontwerp (en specificaties) als een iPhone 12. Een ideale middenweg die helaas niet heel succesvol bleek. Niet alleen vanwege tegenvallende zaken zoals de accuduur, maar ook zeker vanwege het feit dat de doelgroep eerder dat jaar al voorzien was van de nieuwe SE. Tijd voor een nieuw model, dus.
Een ontwerp dat eigenlijk niet meer kan
Wie het SE-model van 2020 een beetje gevolgd heeft weet dat er veel commentaar was over diens ontwerp. Waar de eerste generatie Special Edition iPhone een ontwerp van twee jaar eerder droeg, kregen we in 2020 een model dat drie jaar oud was. Een lijn die Apple met de iPhone SE (2022) doorzet, maar helaas niet op de positieve manier.
De iPhone SE (2022) heeft hetzelfde ontwerp gekregen als zijn voorganger en is dus gebaseerd op de iPhone 8 uit 2017. Een smartphone die op zijn beurt het ontwerp van de iPhone 7 hanteerde, die op zijn beurt veel inspiratie haalde uit de iPhone 6 uit 2015. Waar we in 2020 dus al konden spreken van een verouderd ontwerp, is een zelfde tactiek anno 2022 bijna niet meer goed te praten.
Het compacte ontwerp spreekt ook dit jaar nog ontzettend aan, maar de dikke schermranden en een fysieke thuisknop voelen als iets dat tot het verleden behoort. Dat geldt dus ook zeker voor het 4.7-inch beeldscherm dat net iets boven 720p is en een verversingssnelheid van 60Hz heeft. Er is mee te werken en de kwaliteit is op sommige momenten ook zeker niet slecht. Maar in vergelijking met andere smartphones uit de prijsklasse loopt het toestel echt achter op de concurrentie.
De iPhone SE (2022) domineert
Dat geldt alleen niet voor alles. In tegendeel zelfs. De iPhone SE (2022) weet op sommige gebieden de concurrentie mijlenver achter zich te laten. Dat heeft de smartphone volledig te danken aan de A15 Bionic-chip: dezelfde chipset die ook in de iPhone 13, 13 mini, 13 Pro en Pro Max te vinden is.
Door de toevoeging van 1GB RAM extra werkgeheugen en deze bijzonder efficiënte, krachtige, SoC beschik je over een smartphone die tegen alle taken opgewassen is. Het spelen van games of zelfs het bewerken van een korte video is mogelijk. iOS 15 loopt als een zonnetje en zal dat dankzij deze samenstelling ook de komende jaren blijven doen.
Die A15 Bionic-chip zorgt er overigens ook voor dat de iPhone SE (2022) zuinig is op het gebied van energieverbruik, maar om heel eerlijk te zijn zie ik een heel groot verschil niet. Het einde van de dag is te halen, maar een schermtijd rond de drie en half / vier uur is toch wel een beetje het maximum. Voer je zwaardere taken uit, zoals navigeren of gamen, dan ga je dat logischerwijs niet halen.
Het opladen van de batterij kan met een maximaal vermogen van 20W via de kabel en maximaal met 7.5W wanneer je draadloos laadt. Niet heel erg verkeerd voor een iPhone, wel tegenover de rest van de markt.
Het camerasysteem
Het camerasysteem van de iPhone SE (2022) is ook van een hele andere orde dan andere smartphones uit dezelfde prijsklasse. Net als de SE (2020) en de iPhone 8 beschikt dit model over een 12-megapixel hoofdcamera. Qua hardware is er weinig veranderd, maar de A15 Bionic beïnvloed de software op grootste wijze.
Naast het ondersteunen van functies als Fotografische stijlen en SmartHDR4, maakt het camerasysteem ook uitstekende foto’s. Zowel overdag met goede belichting, als in de avonduren waar deze minder goed is. Het gemis van een nachtmodus is aanwezig en ook een tweede lens zou geen kwaad kunnen. Maar over het algemeen is er geen enkele smartphone rond de €500 die een dergelijke kwaliteit kan leveren. Ook niet op het gebied van video.
Balans is ver te zoeken
Dat is een notendop wel een beetje het verhaal van de iPhone SE (2022). De smartphone is niet consistent. Er zijn bepaalde onderdelen waarop het de concurrentie echt flink weet te domineren. Denk hierbij aan het camerasysteem, de ongelooflijk krachtige A15 Bionic-chip en de lange ondersteuning. Ik bedoel: de iPhone SE van €529 heeft een krachtigere chip dan de Samsung Galaxy S22 Ultra van €1249. Het is dus mogelijk.
Alleen lever je daar op sommige gebieden weer dusdanig veel op in, dat je een smartphone in handen hebt die wel heel erg achterloopt. Kijk bijvoorbeeld naar de dikke schermranden, het beperkte beeldscherm en de accuduur. Het zijn zaken die bedrijven als Samsung, OnePlus, Google en Xiaomi veel beter aan weten te pakken.
iPhone SE (2022): slim of misschien iets te makkelijk?
Ik begrijp heel goed dat Apple met de iPhone SE (2022) een bepaalde doelgroep voor ogen heeft, maar of dit de juiste manier is om ze te bereiken betwijfel ik. Dankzij de A15 Bionic-chip maakt de smartphone, met name op gebied van de camera, echt een hele goede indruk. Het laat zien waar Apple toe in staat is en dat deze onderdelen geen prijskaartje van €1000 hoeven te betekenen.
Aan de andere kant brengt Apple het er wel makkelijk vanaf door wederom een oud ontwerp te gebruiken. De smartphone heeft, op de A15-Bionic en de 5G-ondersteuning na, weinig tot niets nieuws te bieden met de iPhone SE (2022). Een goed beeld van hoe het met de iPhone anno 2022 gesteld is, maar wel erg makkelijk.
Iets té makkelijk, als je het mij vraagt.