Waarom onze Olympische helden (vrijwel) allemaal op een houtje moeten bijten
Onze Olympische helden zijn drie weken lang aan het strijden om een medaille in de wacht te slepen. Voor velen van hen staat niet enkel de eeuwige roem op het spel, maar ook hun financiële leven. De meeste sporters hebben het namelijk niet zo ruim.
Sporten, sporten en nog eens sporten!
Sporten kost tijd en geld. Dit betekent dat je, wanneer je voor goud traint, weinig tijd over hebt om aan je carrière te denken. Dat betekent dus minder inkomsten. Zie jij daarnaast na je Olympische carrière als begin dertiger (of nog ouder) met weinig werkervaring nog maar eens aan de bak te komen! Je moet er dus voor zorgen dat je tijdens het sporten al een buffer voor later opbouwt. Maar wat verdien je überhaupt met het winnen van een plak?
Op de Copacabana heeft Anna van der Breggen zojuist haar GOUDEN medaille in ontvangst genomen. pic.twitter.com/x6LLyLXi69
— NOS Sport (@NOSsport) 7 augustus 2016
Wat verdien je nou met het winnen van een plak?
De verdeling van het winnen van een medaille is als volgt: 25.500 euro voor goud, 19.125 euro voor zilver en 12.750 euro voor brons (Bron). Maar wat als je onderdeel bent van de Holland vier roeiboot zonder stuurman? Stel dat je goud wint. Dan ontvang je minimaal 9350 euro. Het exacte bedrag bereken je met een formule:
De vergoeding van de individuele prestatie * de wortel van het aantal teamleden / het aantal teamleden = de beloning per sporter.
Stel dus dat de Holland vier goud wint, dan betekent dat 25.500 x 2 / 4 = 12.750 euro per persoon. Daar heb je dan jarenlang soms twee keer per dag uren voor getraind. O ja en trouwens, hoe meer plakken je pakt, hoe lager je vergoeding. Zo pakte Ranomi Kromowidjojo in 2012 op de Spelen in Londen één zilveren (de vier vrouwen honderd meter vrije slag) en twee gouden plakken (op de individuele vijftig- en honderd meter vrije slag). Hier ontving ze 53.750 euro voor. Dat terwijl je in dat jaar nog dertigduizend euro voor een gouden plak ontving!
Gelukkig ook een stipendium
Olympische atleten verdienen gelukkig ook op een andere manier geld. Via een stipendium, een maandelijks geldbedrag, als ze een sporter van A-status zijn. In Nederland gaat dat op voor zo’n vijfhonderd atleten van Olympisch niveau. Die krijgen maandelijks een bedrag op hun rekening bijgeschreven. Dit bedrag is afhankelijk van allerlei factoren, zoals het eigen inkomen uit ander werk, het verwachte inkomen in de toekomst en hoe oud je bent. Hieronder zie je de maximale bedragen per leeftijd die de onze Olympische sporters kunnen ontvangen.
Kun je hier allemaal van leven?
Enkel de absolute top kan hun gehele leven van de inkomsten uit de Spelen rondkomen! Stel dat een tennisser een gouden plak wint. Dat is dan 22.500 euro. Niet slecht! Echter is het winnen van Wimbledon goed voor bijna twee miljoen euro. Dat laat toch zien dat wat onze Olympische atleten verdienen op de Spelen relatief niets is. Oké, gelukkig krijg je een stipendium. Echter is dat enkel voor de A-sporters. Vallen je prestaties tegen of stop je met sporten, dan kun je het stipendium verliezen. Je kunt van dat geld nou niet echt bepaald veel opzij zetten. Dat betekent dus dat je na het sporten niet een dergelijke buffer overhoudt waardoor je met je welverdiende fut kunt gaan. Kortom: je moet na je Olympische carrière flink aan de slag.
Wat Olympische atleten verdienen: de uitzondering
Misschien is het wel daarom dat Kromowidjojo Business Administration aan de Business School Notenboom in Eindhoven studeert. Ook studeert Epke Zonderland gewoon nog geneeskunde en hockeyster Naomi van As mondhygiëne. Alleen de absolute topsporters zijn gegarandeerd van miljoenen waar ze hun leven lang op kunnen teren. Die verdienen in een jaar flink wat meer. Neem Dafne Schippers. Doe ontvangt aan zaken als sponsordeals maar ook inkomsten uit andere prestigieuze wedstrijden (die ze bijna altijd wint) een flinke som geld. Volgens deze bron komt dat neer op tien miljoen euro per jaar! Dat is nog altijd minder dan Bolt die bijna dertig miljoen euro verdient, maar klagen doet Dafne vast niet. Dat is enkel aan de overige Olympische helden besteed die na de Spelen op een houtje kunnen gaan bijten.