De krankzinnig dure technologie die James Cameron voor Avatar 2 gebruikt

Pop-Culture Dennis Mons 23 nov 2022
Leestijd: 3 minuten

We hebben er flinke tijd op moeten wachten, maar Avatar: The Way of Water komt op 14 december uit. En net als in het eerste deel heeft regisseur James Cameron weer krankzinnige, peperdure en vernieuwende technologie gebruikt.

Even los van het feit dat je flink kunt discussiëren over het verhaal van de eerste Avatar, moet je absoluut toegeven dat het een technisch meesterwerk was. Het moge duidelijk zijn dat regisseur James Cameron ook voor Avatar: The Way of Water alles uit de kast heeft getrokken.

James Cameron is nog lang niet klaar met Avatar

De Amerikaanse regisseur heeft na het eerste deel van Avatar even een aparte en lange sabbatical genomen. Hij heeft 13 jaar lang geen film gemaakt en stortte zich met diepwater duiken in het onderzoeken van de Mariana Trench en de Titanic.

Nu is hij terug met een nieuwe Avatar-film, die overigens de eerste is van vier sequels die nog volgen. En zoals we Cameron kennen (hij zette 3D op de kaart) gaat hij ook met de nieuwste film los met intrigerende en peperdure technologie.

Veel gebruik van kunstmatige intelligentie

Voor het filmen van Avatar 2 heeft Cameron bijvoorbeeld veel gebruik gemaakt van A.I.. Tijdens het schieten van de film creëerde hij een ‘pakket’. Het is een opzet waarbij hij alle belichting, acteurs en camerabewegingen in een ‘template’ ving. Klinkt makkelijk, is het niet. Zeker niet onderwater.

Hij stuurde vervolgens de complete pakketten naar het special effects-bedrijf Weta dat vervolgens kunstmatige intelligentie, algoritmes en animatielagen erop los liet. “Het is niet alsof het een Pixar-film is”, stelde hij in een interview. “Alles wat de acteurs deden, ook onderwater, was echt, maar die gegevens moest door Weta worden omgezet naar geloofwaardige 3D-modellen.”

Nieuwe 3D-camera’s van Sony

Voor Avatar 2 werkte Cameron samen met Sony en gebruikte hij voornamelijk hun Venice-camera’s. Hiervoor werden meerdere super high-end-camera’s op een stelling vastgezet (voor 47.795 euro per stuk). Op die manier kon bij stereoscopische 3D-beelden schieten. Het meest indrukwekkende is echter dat hij ze nu zowel bovenwater als onderwater kon gebruiken voor onder andere ook motion capture, wat bijzonder uniek is.

Sony Venice Avatar
Geen goedkoop speelgoed. (Afbeelding: Sony)

De camera’s en technologie die hij gebruikte kunnen zelfs voor een revolutie zorgen als het gaat om onderwateropnames dankzij Avatar 2. Dat is niet verwonderlijk omdat de regisseur daadwerkelijk heeft gedoken voor zijn documentaire over de Titanic, maar al met de film The Abyss (1989) begon te experimenten met onderwateropnames. Hij kent dus de klappen van de zweep wel.

Avatar: The Way of Water kostte klauwen met geld

Voor Avatar: The Way of Water moest Cameron maar liefst 405 single effects shots maken die allemaal door postproductie opgepikt en bewerkt moesten worden. Dat is dan ook de reden dat de productie zo lang duurde en de film peperduur is geworden. Avatar 2 had een budget van 250 miljoen dollar en de studio heeft in totaal 1 miljard uitgetrokken voor alle sequels.

Gek genoeg is de film vooralsnog niet duurder dan het origineel. Hoewel die in eerste instantie een budget had van ‘slechts’ 237 miljoen dollar, werd daar nog eens 150 miljoen extra voor uitgetrokken ter promotie van de film, die namelijk een re-release in de bioscoop kreeg.

Hoe dan ook: zoals gezegd staat niet iedereen te springen om dit vervolg. En toch durf ik te wedden dat mensen weer in groten getale naar de bios gaan om de magie van Avatar: The Way of Water  op een enorm doek en dik geluid mee te maken.

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Het beste wat tech en culture te bieden heeft 🚀

De laatste ontwikkelingen iedere vrijdag in je mailbox? WANT houdt je op de hoogte!

Onderwerpen