Uyt den ouden doosch: de Apple Lisa
We doen dagelijks ons best om je het belangrijkste nieuws te brengen rondom Apple. Actueel, maar soms blikken we ook vooruit met berichten uit het geruchtencircuit. Nu dachten we dat het ook wel eens leuk zou zijn om, eens een blik in de geschiedenis te werpen. Dus, in deze Uyt den ouden doosch blikken we terug op de Apple’s eerste gooi naar de zakelijke markt, de Apple Lisa.
De Apple Lisa is een personal computer die stamt uit het begin van de jaren tachtig. Officieel stond “Lisa” voor “Local Integrated Software Architecture”. Het was echter ook de naam van de dochter van de mede-oprichter van Apple, Steve Jobs.
Het Lisa-project werd in 1978 opgestart bij Apple. Het doel van dit project was om een krachtige personal computer te ontwerpen met een grafische gebruikers-interface (GUI). Deze was speciaal gericht op de zakelijke markt. Er wordt vaak gedacht dat de Macintosh een directe afstammeling is van de Lisa. Dit is echter niet waar. Er zijn overigens wel duidelijke overeenkomsten tussen de systemen. De laatste versie, de Lisa 2/10, werd aangepast en daarna verkocht als de Macintosh XL.
Apple Lisa geavanceerder dan de Macintosh
De Lisa was in veel opzichten een geavanceerder (en veel duurder) systeem dan de Macintosh van die tijd. De Lisa had beschermd geheugen, coöperatieve multitasking, een veel geavanceerder besturingssysteem op de harde schijf, een ingebouwde screensaver, een geavanceerde rekenmachine met RPN. Verder bood de Lisa ondersteuning voor maximaal 2 MB RAM, uitbreidingsslots en een groter scherm met een hogere resolutie. De Macintosh had echter een snellere 68000-processor (7,89 MHz) dan de Lisa, en geluid. De complexiteit van het Lisa-besturingssysteem en zijn programma’s waren een zware belasting voor de 5 MHz Motorola 68000-microprocessor. Hierdoor voelde het systeem traag aan, vooral bij het scrollen door documenten.
Toch was de Lisa zijn tijd vooruit ten opzichte van de Macintosh. Pas jaren later kwamen een aantal functies naar het Macintosh-platform. Zo werd beschermd geheugen pas twintig (!) jaar later voor het eerst weer toegepast in Mac OS X.
Hoe kwam de Apple Lisa aan zijn naam?
In de documentatie die werd meegeleverd met het originele Apple Lisa is alleen maar sprake van “The Lisa”. Later verklaarde Apple dat de naam een afkorting was voor Local Integrated Software Architecture ofwel “LISA” De eerste dochter van Steve Jobs (geboren in 1978) heette Lisa Jobs. De gangbare verklaring is dan ook dat de naam Lisa voortkwam uit een persoonlijke associatie. De afkorting zou later zijn uitgevonden om in die naam te passen.
Eén van de belangrijkste ontwerpers van het Macintosh Operating Systeem, Andy Hertzfeld, verklaart dat de “LISA”-afkorting in het najaar van 1982 door het marketingteam van Apple werd bedacht. Er was namelijk een marketingadviesbureau ingehuurd om namen te bedenken ter vervanging van “Lisa” en “Macintosh” (die op het moment slechts interne project codenamen waren). Alle suggesties werden echter verworpen. Grappig feit is dat Hertzfeld en de andere software-ontwikkelaars een andere versie van de LISA afkorting gebruikten: “Lisa: Invented Stupid Acronym”, een recursief acroniem. De dochter van Lisa’s teamlid Larry Tesler’s dochter heet ook Lisa. Wellicht dat dat ook meegespeeld heeft om de naam “Lisa” gewoon te behouden.
Apple Lisa hardware
De Lisa werd voor het eerst geïntroduceerd op 19 januari 1983. De computer kostte maar liefst $ 9.995. Dat zou vandaag de dag zo’n 20.000 euro zijn. Het was een van de eerste commerciële PC’s met een GUI en een muis. Het gebruikte een Motorola 68000 CPU met een kloksnelheid van 5 MHz en had 1 MB RAM.
De oorspronkelijke Lisa had twee Apple FileWare 5,25 inch dubbelzijdige diskettestations, beter bekend als “Twiggy”, Apple’s interne codenaam voor de drive. Ze hadden een capaciteit van ongeveer 871 kilobytes per stuk en er waren speciale diskettes voor nodig. De schijven bleken echter niet erg betrouwbaar te zijn. Voor opslag kon ook gekozen worden voor een externe 5 MB of, later, een 10 MB Apple ProFile harde schijf. Deze was oorspronkelijk ontworpen voor de Apple III.
Apple Lisa 2
De eerste hardware-revisie, de Lisa 2, werd uitgebracht in januari 1984. Met prijzen tussen de $ 3.495 en $ 5.495 was de Lisa 2 aanzienlijk goedkoper dan het originele model. De Twiggy floppy drives werden vervangen door een enkele 400k Sony microfloppy drive. Het was mogelijk om de Lisa 2 te kopen met een ProFile disk en met slechts 512k RAM. De definitieve versie van de Lisa bevatte een optionele interne interne harde schijf van 10 MB van Apple, bekend als de “Widget”.
In 1984 werd ook de Macintosh officieel aangekondigd. Apple kondigde aan dat bezitters van de Lisa 1 gratis upgrades zouden krijgen om deze naar de Lisa 2 specs te upgraden. De Twiggy-schijven werden omgeruild voor een enkele schijf van 3,5 inch en Apple zou het opstart-ROM en I/O ROM bijwerken. Bovendien werd een nieuwe voorplaat meegeleverd om de nieuwe diskette drive onder te brengen. Met deze verandering van de Lisa 2 maakte Apple een opmerkelijke onderscheid tussen de introductie van het nieuwe Apple logo en de eerste Snow White ontwerp-kenmerken.
Hardware van derden
Er werd relatief weinig hardware voor de Lisa door derden aangeboden. Zeker als je dat vergelijkt met de eerdere Apple II. AST bood een 1,5 MB geheugenbord aan, dat in combinatie met de standaard Apple 512 KB geheugenplaat de Lisa uitbreidde tot een totaal van 2 MB geheugen. Dat was het maximum dat de MMU kon aanspreken. tegen het eind van de levensloop van de Lisa waren er externe harde schijven, SCSI-controllers en dubbelzijdige floppydisk upgrades van 3,5 inch. In tegenstelling tot de Macintosh beschikt de Lisa namelijk over uitbreidingssleuven. Het was een “open systeem” zoals de Apple II.
Het Lisa 2 moederbord was een zeer eenvoudige backplane met vrijwel geen elektronische componenten. Het had echter wel veel randconnector-aansluitingen / slots. Het moederbord had 2 RAM-slots, 1 CPU-slot en 1 I/O-sleuf die allemaal parallel aan elkaar waren geplaatst. Aan de andere kant lagen 3 ‘Lisa’-slots, parallel aan elkaar. Deze flexibiliteit bood de mogelijkheid om een vervanger te maken voor de CPU-kaart. Zo kon de Lisa een upgrade krijgen naar een nieuwere CPU.
Apple Lisa software
Het Lisa-besturingssysteem bood coöperatieve (niet-preventieve) multitasking en virtueel geheugen. Dat waren destijds uiterst geavanceerde functies voor een PC. Het gebruik van virtueel geheugen in combinatie met een redelijk langzame harde schijf maakte de systeemprestaties echter wel soms traag.
De Lisa sloeg zijn bestanden op in hiërarchische mappen, waardoor het gebruik van grotere harde schijven praktisch werd. Dit bestandssysteem was gedeeltelijk gebaseerd op geavanceerde technieken van het mislukte Apple III SOS-besturingssysteem, dat 3 jaar eerder werd uitgebracht. De Macintosh zou uiteindelijk dit schijf-ontwerp uiteindelijk ook overnemen. Dat resulteerde in het HFS-bestandssysteem. De Lisa kent twee gebruikersmodi: het Lisa Office-systeem en de Workshop. Het Lisa Office-systeem is de GUI-omgeving voor eindgebruikers. De Workshop is een programma-ontwikkelomgeving dat bijna volledig op tekst was gebaseerd, hoewel het een GUI-teksteditor gebruikte. Het Lisa Office-systeem kreeg uiteindelijk de naam “7/7”, in verwijzing naar de zeven meegeleverde applicatieprogramma’s: LisaWrite, LisaCalc, LisaDraw, LisaGraph, LisaProject, LisaList en LisaTerminal.
Software door derden
Toen de Lisa, toen het voor het eerst werd gelanceerd, kon de PC niet worden gebruikt om programma’s voor zichzelf te schrijven. Er was een apart OS nodig voor ontwikkeling, de Lisa Workshop. Een technicus runt de twee besturingssystemen in een dual-bootconfiguratie, schrijft en compileert code op de ene machine en test deze op de andere. Dat was een belangrijke belemmering in de mogelijkheid boor derden om software te ontwikkelen voor de Lisa. Dezelfde Lisa Workshop werd later gebruikt om software voor de Macintosh te ontwikkelen. Na een paar jaar werd een Macintosh-native ontwikkelingssysteem ontwikkeld. Het grootste deel van zijn leven kwam de Lisa nooit verder dan de oorspronkelijke zeven applicaties. Apple achtte dat voldoende om ‘alles’ te doen.
MacWorks
In april 1984, na het succes van de Macintosh, introduceerde Apple MacWorks. Dat was een omgeving voor software-emulatie waarmee de Lisa Macintosh-systeemsoftware en -toepassingen kon uitvoeren. MacWorks heeft de Lisa aantrekkelijker gemaakt voor potentiële klanten maar de Macintosh-emulatie werd pas in september op de harde schijf gezet. In januari 1985 werd een nieuwe versie, MacWorks XL, geïntroduceert. Het werd de primaire systeemtoepassing, ontworpen om de Lisa in de Macintosh XL te veranderen.
Ondergang van de Apple Lisa
De Apple Lisa blijkt uiteindelijk een commerciële mislukking te zijn voor Apple, de grootste sinds de Apple III-ramp in 1980. De beoogde zakelijke computercliënten waren niet bereid om de hoge prijs van Lisa de betalen. Ze kozen er in grote mate voor om minder dure IBM PC’s te gebruiken die langzamerhand de zakelijke desktop computing markt begon te domineren. De grootste klant van Lisa was de NASA, die LisaProject voor projectbeheer gebruikte. De ruimtevaartorganisatie kreeg dan ook met aanzienlijke problemen te kampen toen Apple stopte met de Apple Lisa.
men vond de Lisa ook enigszins traag, ondanks zijn innovatieve interface. De release van de Apple Macintosh in 1984, die veel betere marketingondersteuning kreeg, was de belangrijkste factor in de ondergang van Lisa. De Macintosh bleek, vanwege zijn GUI en muis, een overall verbetering en was een stuk lager geprijsd. Apple stopte met de verkoop van de twee laatste Lisa-modellen, de Lisa 2 en de Macintosh-compatibele broer Macintosh XL, in april 1985. In 1986 bood Apple alle Lisa / XL-bezitters de mogelijkheid om hun computer in te ruilen. Ze kregen dan een korting van $ 2.600 op een Macintosh Plus en een Hard Disk 20, die destijds $ 4.098 kostte.
TV reclame van de Apple Lisa