Waarom we het begin van onze jeugd (bijna) niet meer kunnen herinneren
Wat herinner jij je nog iets van je tijd op de basisschool? Welke fijne (of minder fijne) herinneringen heb jij aan het spelen in de zandbak, leren fietsen en spelen met andere kinderen? Waarschijnlijk niet veel. Wees niet bang, dat ligt niet aan jouw geheugen. De oorzaak hiervan is volgens wetenschappers een fenomeen genaamd childhood amnesia.
Wetenschappers bestuderen dit fenomeen al tientallen jaren maar zijn er nog niet uit hoe het precies werkt. Komt het doordat onze hersenen nog niet volledig zijn ontwikkeld in onze jonge jaren en ons geheugen daardoor bijna geen herinneringen opslaat? Dat lijkt niet het geval. Waardoor wordt geheugenverlies bij kinderen dan wel veroorzaakt?
Waar zijn onze herinneringen?
De meesten van ons hebben vrijwel geen herinneringen, of helemaal geen herinneringen, van onze vroege jeugd. In het geval we wel een herinnering hebben is het vaak lastig om te bepalen of die vroege herinneringen echt zijn, of we deze ‘herinneringen’ hebben geconstrueerd op basis van foto’s in een fotoboek of verhalen die ons zijn verteld. Vanaf een bepaalde leeftijd kunnen volwassenen zich vaak niets specifieks herinneren van hun kindertijd.
Childhood amnesia werd meer dan honderd jaar geleden voor het eerst opgemerkt en gedocumenteerd in een wetenschappelijk psychologisch tijdschrift. Vandaag de dag wordt childhood amnesia vaak omschreven als het relatieve gebrek bij volwassenen aan herinneringen uit de eerste zeven jaar van hun leven.
Zonder ‘ik’ geen herinneringen
Onderzoek naar dit fenomeen is inmiddels verder geavanceerd en er bestaan verschillende theorieën die het fenomeen proberen te verklaren. De meeste theorieën vallen onder een van deze twee categorieën: volwassenen hebben geen herinneringen van hun jonge jeugd omdat de hersenen geen herinneringen maakten, of de herinneringen werden wel gemaakt maar werden later ontoegankelijk als resultaat van cognitieve veranderingen (bijvoorbeeld het ontwikkelen van taal en woordenschat).
Volgens deze laatste theorie kan het hebben van een zelfconcept, onze individuele perceptie van ons gedrag en de realisatie dat er een ‘ik’ bestaat, essentieel zijn voor het ontwikkelen van herinneringen. Deze theorie stelt dat het zonder zelfconcept geen framework bestaat om ervaringen in een expliciet tijd-gerelateerd autobiografisch geheugen op te slaan. Als je geen bewustzijn hebt van ‘ik’ als jezelf, hoe kun je dan herinneringen opslaan als gebeurtenissen uit ‘jouw’ leven?
Childhood amnesia door trage ontwikkeling zelfbewustzijn?
Wanneer een kind tussen de 18 en 24 maanden oud is ontwikkelt het taal. Het kindje leert woorden als ‘ik’ en later ook ‘jij’. Volgens sommige onderzoekers ontwikkeld een kind in deze periode een zelfconcept: het zelfbewustzijn over wie ‘ik’ is in relatie tot tijd en alles om die ik heen.
Een zelfconcept ontwikkelt zich echt niet van de ene op de andere dag, en ook niet alleen wanneer een kind 18 tot 24 maanden oud is. Volledige ontwikkeling van het bewustzijn duurt jaren. Precies, de eerste kinderjaren waarover we nu childhood amnesia ervaren.
Een andere theorie, of je het wilt horen of niet: ouderdom
Een andere theorie focust zich juist op het verliezen van onze herinneringen. Zo hebben kinderen en tieners vaak herinneringen over hun jongere jaren, terwijl volwassenen die niet hebben. Wetenschappelijk onderzoek suggereert dat het probleem dus misschien niet ligt bij het vormen van herinneringen. Het probleem ligt in plaats daarvan bij het vasthouden van die herinneringen.
Het is misschien jammer dat we niet meer alles weten, of vrijwel niets weten, van toen we kind waren. Deze jonge jaren hebben ons voor een deel gemaakt wie we nu zijn en zijn daardoor belangrijke jaren uit onze levens. Tegelijkertijd dit waarschijnlijk ook juist de jaren die het minst belangrijk zijn om te onthouden.